· 

Verzet


In Nederland kennen wij de gewone rechtsmiddelen verzet, hoger beroep, en cassatie en de buitengewone rechtsmiddelen derden verzet en herroeping. De Wet bepaalt welk middel je moet gebruiken en binnen welke termijn. In dit Blog bespreek ik het rechtsmiddel verzet.

 

Indien de gedaagde tegen de dag waarop hij is opgeroepen niet in de procedure is verschenen gaat de rechtbank kijken of de dagvaarding juist is betekend en geen gebreken bevat. Indien dit het geval is zal tegen de niet verschenen gedaagde verstek worden verleend. De vordering zal als niet weersproken in zijn geheel worden toegewezen tenzij de rechtbank de vordering onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Indien de procedure wordt aangehouden kan gedaagde alsnog in de procedure verschijnen om verweer te voeren zolang het vonnis nog niet is uitgesproken. Hij zuivert dan het tegen hem verleende verstek.

 

De niet verschenen gedaagde kan tegen het verstekvonnis het rechtsmiddel verzet instellen. Door in verzet te gaan tegen het vonnis kan de gedaagde alsnog verweer voeren tegen de vordering van eiser en eventueel een tegenvordering instellen. De zaak wordt dan door dezelfde (soort) rechter opnieuw in behandeling genomen.

 

Termijn voor instellen van verzet

De niet verschenen gedaagde heeft een termijn van vier weken te rekenen vanaf het moment dat hij bekend is geraakt met de inhoud van het vonnis. Meestal vangt deze termijn dus aan op het moment dat het vonnis aan de gedaagde in persoon is betekend. Om te voorkomen dat de veroordeelde kan verhinderen dat de verzet termijn gaat aanvangen wordt er vanuit gegaan dat de veroordeelde in elk geval bekend is met de inhoud van het vonnis op het moment dat het vonnis is tenuitvoergelegd. Het dient dan wel te gaan om ten uitvoerlegging ten aan zien van goederen waarvan met zekerheid is vast te stellen dat deze aan de veroordeelde toebehoren.

 

Hoe ga je in verzet

Het verzet wordt ingesteld door een dagvaarding te betekenen aan de wederpartij(en) waarin eiser(es) wordt opgeroepen om op een bepaalde roldatum te verschijnen bij de rechtbank die het vonnis heeft gewezen om verder te procederen. Indien eiser(es) blijkens het vonnis in de procedure is bijgestaan door een advocaat, dan mag betekening van de verzetdagvaarding plaatsvinden op het kantoor van die advocaat. De betekening dient dus binnen vier weken plaats te vinden nadat de veroordeelde kennis heeft genomen van het vonnis. De dagvaarding bevat de redenen waarom de veroordeelde het niet eens is met het vonnis en een eventuele tegenvordering. Met andere woorden, de conclusie van antwoord moet opgenomen worden in de verzetdagvaarding. De procedure gaat vervolgens verder lopen zoals deze in de oorspronkelijke procedure na conclusie van antwoord verder zou zijn gegaan. In handelszaken met verplichte procesvertegenwoordiging dient de gedaagde partij, in verzet opposant genaamd, wel eerst het verschuldigde griffierecht te voldoen. De eiser, in verzet geopposeerde genaamd, is niet opnieuw griffierecht verschuldigd.

 

Wanneer is verzet niet mogelijk?

1. meerdere gedaagden.

Indien er meerdere gedaagden zijn waarvan er tenminste 1 wel in de procedure is verschenen dan geldt het vonnis ook ten aanzien van de niet verschenen gedaagde(n) als een vonnis op tegenspraak. Ten aanzien van alle partijen staat daarom het rechtsmiddel hoger beroep open.

Indien het eindvonnis alleen ten aanzien van de niet verschenen gedaagde(n) wordt gewezen dan staat tegen deze gedaagde wel het rechtsmiddel van verzet open. Dit doet zich bijvoorbeeld voor indien het geschil ten aanzien van de verschenen gedaagden alsnog wordt geschikt. Tegen hen wordt de procedure dan doorgehaald terwijl alleen tegen de niet verschenen gedaagde(n) vonnis wordt gewezen.

 

2. Wel gesteld, toch verstekvonnis

De Hoge Raad heeft in haar uitspraak van 15 oktober 1993 (NJ 1994/7) beslist dat indien een verstekvonnis is gewezen terwijl de gedaagde wel tijdig rechtsgeldig in de procedure is verschenen, het vonnis geacht wordt op tegenspraak te zijn gewezen. Tegen het vonnis staat dan ook het rechtsmiddel hoger beroep open. De Hoge Raad overwoog in dat arrest:

 

In een geding waarin één partij is gedagvaard en waarin de eiser is verschenen, hangt het van het al of niet verschenen zijn van de gedaagde af, of de rechter een vonnis op tegenspraak dan wel een vonnis bij verstek wijst. Wanneer de gedaagde, nadat tegen hem verstek is verleend, alsnog in het geding verschijnt, vervallen van rechtswege de gevolgen van het tegen hem verleende verstek, behalve ten aanzien van de daardoor veroorzaakte kosten (art. 89a Rv, oud, thans 142 Rv). Hieruit volgt dat het na de zuivering van het verstek gewezen eindvonnis een op tegenspraak gewezen vonnis is, waartegen het rechtsmiddel van verzet niet openstaat.

 

Ook het gerechtshof heeft in verschillende arresten een geïntimeerde in verzet niet-ontvankelijk verklaard nadat door fouten van het Gerechtshof ten onrechte een arrest bij verstek is gewezen.

De Hoge Raad heeft inmiddels gezegd dat daarmee de toegang tot de appelrechter wordt ontzegd waarmee niet wordt voldaan aan de eisen van een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 van het EVRM. Het Hof had daarom in dit bijzondere geval aanleiding behoren te zien het verzet ontvankelijk te achten, met als gevolg dat de appelinstantie werd heropend, waarbij de verzetdagvaarding heeft te gelden als memorie van antwoord. Open hier het betreffende arrest (ECLI:NL:HR:2016:26).


Neem gerust contact met mij op als u vragen of opmerkingen heeft naar aanleiding van dit Blog.